7 Grondbeleid

Het voeren van een actief grondbeleid brengt risico’s met zich mee. Deze mogelijke risico’s worden gedekt door een buffer in de algemene reserve grondexploitaties.

De hoogte van de reserve wordt bepaald op basis van de risico’s die gelopen worden, of kosten die nog geclaimd kunnen worden uit de reserve (vennootschapsbelasting). Bij het bepalen van de risico’s wordt rekening gehouden met dat bij winstgevende exploitaties de eerste 25% van de winst kan worden ingezet om de risico’s op te vangen. In de nota reserves en voorzieningen is vastgelegd dat de reserve een ondergrens kent van € 1 miljoen. Op basis van de huidige risicoschatting is minimaal niveau van de reserve van € 1,73 miljoen benodigd.

Bij het opstellen van de MPG wordt de risicoanalyse herzien en wordt ook beoordeeld in hoeverre de huidige reserve toereikend is. In onderstaande tabel wordt het verloop van de reserve 8n de afgelopen periode weergegeven. (genoemde bedragen x € 1.000)

Bron: MPG 2023

Op basis van de MPG 2023 is de algemene reserve grondexploitaties aangevuld vanuit algemene reserve vrij besteedbaar. Deze benodigde dotatie wordt met name veroorzaakt door minder tussentijdse winstnemingen en hogere kosten (voorheffingen) voor de vennootschapsbelasting in 2022 en de aanzienlijke reservering voor eventuele terugstorting voorlopig resultaat naar de grondexploitaties en vennootschapsbelasting. De verwachting blijft, zoals ook afgelopen jaar al geschetst, dat ook de komende jaren de winstnames uit de grondexploitaties en de daarmee samenhangende voeding van de algemene reserve grondexploitaties, lager zullen blijven liggen dan de afgelopen jaren. De winsten uit grondexploitaties zijn incidentele middelen. Hierdoor is de omvang lastig te bepalen en zijn hierdoor ook niet ingerekend in de begroting. Bij de ontwikkelingen is wel een doorkijk gegeven naar mogelijk te verwachten winsten. Indien omstandigheden en risico's gelijk blijven kunnen deze tussentijdse winsten alsnog worden overgezet naar de reserve vrij besteedbaar.