1 Lokale heffingen

Op grond van de BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) dient de paragraaf lokale heffingen een overzicht op hoofdlijnen te bevatten van de diverse heffingen. In dit overzicht dient inzichtelijk te worden gemaakt hoe bij de berekening van de tarieven van heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet overschrijden. Ook dient naar voren te komen wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen en hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd.

De “grote belastingen”, zoals afvalstoffenheffing en rioolheffing, zijn hierbij het meest in het oog springend. Jaarlijks wordt aan de hand van de kosten een berekening gemaakt van de hoogte van de benodigde opbrengsten. Bij beide belastingen worden grote tariefschommelingen afgevlakt door te werken met een voorziening. Voor “kleine belastingen” als de diverse legessoorten mogen maximaal kostendekkende tarieven worden gevraagd.

Rioolheffing
Eind 2021 is het geactualiseerde Gemeentelijke Rioleringsplan (GRP) vastgesteld. De huidige inkomsten liggen op € 1,56 miljoen euro per jaar. Door de inflatie en de stijging van de loonkosten is een kostenstijging van 8,4% voor 2024 opgenomen om in de toekomst onderhoud te kunnen uitvoeren en er gespaard kan worden via een voorziening.

Afvalstoffenheffing
Het uitgangspunt is 100% kostendekkendheid van de tarieven. Bij de afvalstoffenheffing is er sprake van een stijging van de kosten door de inflatie en de stijging van de loonkosten. De verwachting is dat de kostenstijging in de komende jaren doorzet en dat het gereserveerde exploitatiesaldo niet voldoende is. Om het gereserveerde exploitatiesaldo in de toekomst niet negatief te laten lopen is het voorstel om de komende jaren het vaste tarief jaarlijks met € 5 te verhogen en de overige tarieven gelijk te laten. Voorstel is om het vaste tarief over 2024 dan ook vast te stellen op een bedrag van € 200 en de overige tarieven niet te wijzigen.

Leges
Door de invoering van de nieuwe omgevingswet per 1 januari 2024 is het nog onvoldoende duidelijk wat de gevolgen zijn op de tarieven van de leges. De huidige voorgelegde tarieven voor het jaar 2024 heeft bij de leges onder titel 1 en 2 tot gevolg dat de kostendekkendheid 83% betreft.

We verwachten bij de meerjarenbegroting 2025-2028 meer duidelijkheid te hebben met betrekking tot de leges onder de nieuwe omgevingswet.

Titel 1 Algemene dienstverlening
De tarieven voor de rijbewijzen en reisdocumenten worden door het Rijk vastgesteld. Dit betekent dat de gemeente beperkt invloed heeft om te streven naar een volledige mate van kostendekkendheid. Daarnaast brengen de servicepunten extra kosten met zich mee.

Titel 2 Dienstverlening vallend onder de omgevingswet
De invoering van de nieuwe omgevingswet en de economische ontwikkelingen is het lastig in te schatten welke baten jaarlijks gerealiseerd worden met het in behandeling nemen van vergunningsaanvragen. Wanneer er een grotere vraag is dan heeft dit ook gevolgen voor de hoogte van de lasten. Om de kwaliteit van de dienstverlening te borgen, kan er voor gekozen worden om bij een grotere vraag tijdelijk extra personeel in te huren.

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Titel 3 van de legesverordening regelt onder andere de leges voor zaken die samenhangen met de APV. Mede door het afschaffen van de leges voor evenementen is het lastig om 100% kostendekkendheid te realiseren.

Begraafplaatsrechten
Het onderhoudsniveau op begraafplaatsen is bepaald op het niveau A, dit wil zeggen, het hoogste niveau van onderhoud wat we kennen. Dit is een bewuste keuze, het doet recht aan de gedenkwaardige functie van een begraafplaats. Daarmee valt te verantwoorden dat de kosten voor onderhoud hoger zijn dan op andere openbare plaatsen. De tarieven zijn verhoogd met 2,4%.

Marktgelden
Marktgelden worden verhoogd met de trendmatige tariefverhoging van 2,4%. Gelet op het feit dat we een dergelijke voorziening voor onze burgers in stand willen houden, ligt een hogere mate van kostendekkendheid niet binnen bereik. De weekmarkten en de standplaatsen maken onderdeel uit van de marktgelden.

Tarievenbeleid overige belastingen 2024

Onroerende-zaakbelastingen (OZB)
Voor 2024 worden er hogere OZB opbrengsten verwacht vanwege het reguliere inflatiepercentage (2,4%) en een correctie voor het negatieve effect vanuit de algemene uitkering in verband met stijgende WOZ-waarden. Daarnaast is er sprake van areaaluitbreiding.

Forensenbelasting
Bij behandeling van de Perspectiefnota 2024-2027 heeft de raad ingestemd met het collegevoorstel om vanaf 2024 de forensenbelasting in te voeren. De uitvoering ligt bij het GBLT.  

Precariobelasting
Voor 2024 wordt een trendmatige aanpassing van 2,4% doorgevoerd. Het college heeft besloten om in het jaar 2024 geen precariobelasting te heffen bij de ondernemers in het winkelcentrum van Dalfsen. Dit besluit is genomen omdat er in het najaar 2023 begonnen zal  worden met de werkzaamheden rondom de klimaatstraat in het centrum van Dalfsen.

Toeristenbelasting
Het tarief voor hotels en B&B's bedraagt vanaf 2024 € 1,45 per persoon per overnachting en het tarief voor overige accommodaties € 0,95. Hierbij is rekening gehouden met de trendmatige tariefsverhoging van 2,4%. De tarieven worden afgerond op € 0,05.  

Lastendruk gemeente Dalfsen

De lokale heffingen zijn van invloed op de woonlastenontwikkeling van de gemeente Dalfsen. Onder woonlasten wordt verstaan: onroerendezaakbelastingen, afvalstoffen- en rioolheffing. Het zijn belastingen en heffingen waarmee ieder huishouden in een gemeente jaarlijks te maken krijgt.

Met de volgende tabel geven we inzicht in de belastingdruk over 2023 en voorgaande jaren.

www.gblt.nl/dalfsen/tarieven

Van de woonlasten in 2024 kan slechts een indicatie worden gegeven op basis van de verwachtingen voor 2024. De tarief aanpassingen voor de OZB, afval- en rioolheffing leiden voor een gemiddeld gezin (met eigen woning) tot de volgende woonlastenontwikkeling voor 2024:

* De afvalstoffenheffing is berekend op het gemiddelde tarief per perceel. Er is geen onderscheid in het vastrecht maar wel in de variabele kosten die afhankelijk zijn van het aantal ledigingen.

Kwijtscheldingsbeleid
In de gemeente Dalfsen is het mogelijk om volledige dan wel gedeeltelijke kwijtschelding te verkrijgen voor de OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Voor de afvalstoffenheffing geldt dat  kwijtschelding slechts mogelijk is voor het vastrecht. Voor de rioolheffing geldt dat bij de belasting gebruikersdeel per jaar, bij een hoeveelheid afgevoerd afvalwater van 0 m³ tot en met 500 m³, kwijtschelding kan worden verleend.

Bij de beoordeling van de verzoeken om kwijtschelding hanteert GBLT de zogenaamde 100% norm. Inwoners die twee jaar of langer zijn aangewezen op een bijstandsuitkering krijgen automatisch kwijtschelding. Op basis van melding door de gemeente verleent GBLT aan deze mensen automatisch kwijtschelding.

Ruim 90%  van de verleende kwijtscheldingen worden verdisconteerd in de tarieven.